‘Wat doe jíj hier?’, zegt het slaperige hoofd van mijn zus. Haar gezicht is nog opgezwollen van de slaap. Haar haren staan alle kanten op en haar mond is ingevallen omdat zij haar gebit niet in heeft. Ik zeg dat ik haar kom wekken met een zoen.

De zoen neemt ze in ontvangst, zoals een koningin welwillend een publiekelijk eerbetoon in ontvangst neemt. Ze wil mij wel het plezier doen om haar een kus te mogen geven. Maar dan moet ik wegwezen, want mijn broer zou haar wekken vanochtend. En ik? Ik doe erg mijn best om me niet gekwetst te voelen.

Wij zitten een weekend in een vakantiehuisje. Gezellig met zijn allen. Voor mijn zusje is het wennen aan de nieuwe omgeving. Na aankomst aan het einde van de vrijdagmiddag moet zij zich eerst inkwartieren. De badkamer wordt in bezit genomen. Op het plankje boven de wastafel komen toiletspulletjes te staan: tandenborstel, tandpasta, haarborstel, bodylotion. Voor ons, haar broer, zus en zwager blijft er geen ruimte meer over. En op haar slaapkamer worden de nachtkastjes volgezet met potten met smeerseltjes, een pillendoos, steradent, doosje voor haar gebit, haar wekker, zakdoekjes en andere dingen.

Beneden in de woonkamer betrekt zij een eigen hoekje. Ze gaat zitten in een stoel met een rechte rug en armleuningen. Afgelopen dinsdag had zij aan de telefoon nog gevraagd of er zo’n stoel was. Want anders kan ze niet goed met een blad op schoot zitten waarop haar woordzoekerboekje ligt. Het blad glijdt dan van haar schoot af. Lastig.

Onze broer komt laat aan in het vakantiehuisje die vrijdagavond. Dus wordt het ook een latertje voor mij, want ik heb “dienst”. Ik mag de voeten van mijn zusje insmeren en haar ogen druppelen. En dat gebeurt altijd vlak voordat zij onder haar dekbed schuift. Daarvoor moeten de avondlijke rituelen worden uitgevoerd: het omkleden, het uitgebreid poedelen in de badkamer, de toiletgang, het glaasje water vullen voor op het nachtkastje. Het lijkt wel alsof ze er steeds meer tijd voor nodig heeft.

Dus probeer ik haar te bewegen om voordat mijn broer komt alvast de nachtpon aan te doen en zich te wassen. Dan kan ze nog even beneden zitten en op haar broer wachten. Zij vindt het geen goed idee en moppert wat. Pas na wat aandringen geeft ze toe. Het is onze eerste confrontatie dit weekend. Er zullen er meer volgen. Zo ook die zondagochtend dat ik haar met een kus wil wekken.

Ik mocht haar namelijk niet wekken, want mijn broer had dienst. Was ik even vergeten. Of liever gezegd ik hoopte dat ik even in mocht breken op de afspraak zodat zij vast aan de gang ging met haar ochtendrituelen. Want die duren minstens even lang als het avondtoilet. Niet dus. Mijn broer moest haar wekken. Dus moesten mijn man en ik aan het ontbijt wachten totdat mijn broer –ook niet één van de snelste- gedoucht had en mijn zus officieel kon wekken.

Je moet heel wat geduld hebben in zo’n weekend om het gezellig te houden.